In de ochtend van 7 september zijn de pitches gegeven door de bedrijven waar de minor mee samenwerkt voor de projectuitvoering van de minor. De 6 bedrijven hebben een pitch voorbereid van maximaal 10 minuten waarin het bedrijf word voorgesteld en de opdracht gepitcht wordt. Na de pitches is door de studenten een Excel-bestand aangemaakt met daarin een top-3 van de bedrijven en opdrachten die de student aanspreekt. Mijn top-3 was: 1. Van Den Broek Systemen, 2. Van Raam, 3. Heelmetaal. Doordat alleen ik en Koen Van Den Broek Systemen op nummer 1 hadden staan, vormen ik en Koen samen een projectgroep en gaan samen de opdracht van Van Den Broek Systemen uitvoeren.
Als voorbereidende opdracht is een BMC van het bedrijf gemaakt, om zo een strategisch overzicht te krijgen van van den Broek systemen. Door de opgedane kennis van de Waardepropositie les, kon dit zonder al te veel problemen in kaart gebracht worden voor van den Broek systemen.
Tijdens de eerste projectweek is kennis gemaakt met het bedrijf en is duidelijkheid geschept over de verwachtingen van ons gedurende het project. Ook zijn de hoofd- en deelvragen opgesteld die beantwoord dienen te worden gedurende het project. Om deze afspraken vast te leggen is een Plan van Aanpak gemaakt, waarin onderandere staat wat de scope van het project is en welke partijen betrokken zijn bij het project en hun rol hierin. Ook zijn de probleemstelling- en analyse uitgewerkt, om vervolgens een doelstelling op te stellen wat er bereikt is aan het einde van de projectperiode.
In deze weken hebben Koen en ik, ieder met een andere monteur, twee dagen meegelopen in de praktijk. Op de eerste dag heb ik Felipe ondersteund, deze monteur is al enkele jaren werkzaam bij van den Broek systemen en stond mij te woord bij alle vragen die ik had gedurende de dag. Bij een Hospice in Nijmegen dient het jaarlijks onderhoud uitgevoerd te worden op de brand- en ontruimingsinstallatie die van den Broek systemen geleverd en gemonteerd heeft. Hierbij was mijn taak om de brandmelders te activeren doormiddel van speciale rookspray. Felipe controleerde ofde doormelding naar de meldkamer geactiveerd werd. In deze dag heb ik veel geleerd over het onderhoud in de praktijk, waar ik anders gewend ben dan in de industrie. Het belangrijkste verschil is de complexiteit van de installatie, dat lager is dan bij een industriële installatie.
Op de tweede meeloopdag heb ik samengewerkt met Bryan, een vroege schoolverlater die via van den Broek systemen zijn benodigde schoolpapieren alsnog gehaald heeft. Met Bryan ben ik bij de Mars fabriek in Veghel geweest, waar in de schakelruimtes (ruimte met alle elektrotechnische componenten van een machinelijn) de brand- en ontruimingsinstallatie getest diende te worden. Het verschil tussen de installatie in de Hospice en bij de Mars fabiek was de ontruimingsinstallatie: Bij de Hospice werden geen slow-whoop's werden geactiveerd en bij de Mars fabriek word deze wel geactiveerd bij een brandmelding. Bij deze werkdag heb ik geleerd dat het onderhoudsplan veel kan verschillen per klant.
Helaas heb ik niet de bevoegdheid gehad om foto's te maken tijdens de meeloopdagen bij de klanten in verband met de AVG-wet. Ik heb contact gehad met de contactpersoon op de locatie's waar zij allebei aangaven dat het niet gewenst was om foto's te maken.
Tijdens de eerste week van het project hebben we ook een creatieve sessie gevolgd dat gegeven werd door de digitale werkplaats Arnhem en Nijmegen. Hierin is op een outside-the-box manier nagedacht over de vraagstelling en het gewenste resultaat aan het einde van het project. De resultaten hiervan zijn terug te vinden in de bovenstaande PDF.
Op 9 november is de veranderbaarheid binnen Van den Broek beoordeeld aan de hand van het Dinamo model. Het model wordt als instrument gebruikt om de veranderbereidheid van de organisatie in kaart te brengen op basis van de facetten ‘moeten’, ‘willen’ en ‘kunnen’. Ook worden de verwachtingen getoetst rondom het eindresultaat van de verandering. De DINAMO-methode is opgezet door Metselaar, Cozijnsen en van Delft op basis van jarenlang praktijkonderzoek.
Bij van den Broek systemen hebben Koen en ik in deze twee weken de feedback op het plan van aanpak verwerkt die gegeven is door de projectbegeleider vanuit school. Na deze verwerkt te hebben, is een start gemaakt aan het onderzoek. Dit is gedaan door eerst medewerkers bij van den Broek systemen te interviewen wat de stand van zaken is op het gebied van digitalisering van documentatie en systemen. Hieruit is gebleken dat van den Broek systemen een pilot heeft lopen bij een nieuwe klant waarbij een nieuwe installatie gemonteerd is en een systeem geïntegreerd is waarbij op afstand de systeemprestaties ingezien kan worden. Dit systeem is afkomstig van Siemens en heet: Siemens Cerberus. Wat het systeem is en hoe het werkt word toegelicht in het onderzoek in deelvraag 3.
Op 2 november is een intervisie georganiseerd vanuit de minor, waarin de huidige voortgang besproken werd met de andere groepen. Hieruit kwamen weinig vragen en werd aangegeven dat onze opdracht duidelijk was. De presentatie die toen gegeven is, kan ingezien worden door op het plaatje te klikken.
In deze twee weken hebben Koen en ik ons volledig gefocused op het onderzoek naar de deelvragen. Deze resultaten zijn terug te vinden in het eindresultaat van het onderzoek die verder op deze pagina terug te vinden is.
In deze weken is een intervisie op locatie bij van den Broek systemen geweest samen met de bedrijfs- en schoolbegeleider. Hierin zijn de huidige resultaten gepresenteerd, waar onderandere de conclusie getrokken kon worden dat voor van den Broek systemen predictive maintenance momenteel nog een te hoog onderhoudsniveau is. Belangrijke feedback hierop was dat de resultaten 'droge stof' is en er meer gevisualiseerd dient te worden. Deze feedback hebben we verwerkt door meerdere visualisatieplaatjes te ontwerpen om onderzoeksresultaten te versimpelen. Ook werd aangegeven dat er een cruciaal onderdeel mist bij de zogenoemde swimlanes: de swimlane van de logistiekafdeling binnen van den Broek systemen.
Samen met een medewerker van de serviceondersteuning afdeling hebben Koen en ik een FMECA opgesteld, hiermee word in beeld gebracht wat mogelijke kan falen aan een installatie. Aan de hand van de ernst van de faal, frequentie van de faal en de ontdekkingsmogelijkheid kan een berekening uitgevoerd worden wat resulteert in het risico van de faal.
In de twee weken voor de kerstvakantie zijn Koen en ik bezig geweest met het verder uitvoeren van het onderzoek door te kijken naar de toekomstige ontwikkelingen die interessant kunnen zijn voor van den Broek systemen. De resultaten hiervan kunnen terug gevonden worden in het onderzoeksrapport.
Op 21 december is er opnieuw een pitstop gehouden in samenwerking met de andere projectgroepen om zo de tips en tops te krijgen waar we nog op kunnen letten. Tijdens de presentatie zijn er geen vragen gekomen en ook na de presentatie hebben we geen feedback gekregen vanuit de andere projectgroepen.
In deze laatste projectweek heb ik samen met de financieel directeur een kosten- en batenanalyse gemaakt om zo mijn eerste businesscase af te kunnen ronden. Hieruit kwam naar voren dat de financieel directeur liever niet de cijfers deelt van de kosten van bijvoorbeeld personeel. Daarom hebben we afgesproken om een kostenopbouw te maken aan de hand van een percentage van het totaal bedrag. Tijdens deze week heb ik veel gewerkt aan mijn leerdoel over de businesscase. Hiervoor heb ik de STARR-methode gebruikt om te beschrijven wat ik gedaan heb en hoe ik dit aangepakt heb.
Hierbij het eindproduct van het project: een onderzoeksrapport met daarin alle bevindingen gedurende het project. Ook is hier de presentatie die gebruikt word bij het seminar te vinden.